vrijdag 15 september 2017

Orio Litta - Piacenza 26 km

Iedereen is al vroeg op weg, want om negen uur moeten we bij de boot zijn. Het lijkt een stralende dag te worden. Op weg naar de boot door (waarschijnlijk) de laatste rijstvelden, zien we in verte de Apennijnen liggen, die we over een paar dagen bereiken. We zijn netjes op tijd voor de boot. We passen er allemaal op, inclusief bagage en een fiets. Eindelijk steken we dan de rivier over wiens 'vlakte' we de afgelopen dagen hebben bedwongen!

Op de Po is het toch nog wel fris. Het is ongeveer een kwartiertje varen. We gaan naar de overkant, maar ook vier kilometer stroomopwaarts. Daar aangekomen moeten  we een stijle trap op. We vormen een lijn en alle bagage wordt doorgegeven naar boven. Ik weet niet wat sommige mensen hebben meegenomen voor deze tocht, maar mijn handtas is nog zwaarder. Niet gek dus dat mijn tas een van de zwaarsten was. Wel nog met eten en drinken voor de hele dag. Daarna gaan we naar het huis van de schipper, waar we allemaal een stempel krijgen en in het grote boek moeten schrijven. Hij houdt hele statistieken bij over wie er over varen. Het aantal pelgrims neem de afgelopen jaren steeds met zo'n 200 per jaar toe, maar blijft dit jaar steken op iets meer dan 2000 per jaar (vergelijk Santiago met 300.000!).

Na de boottocht blijven er allemaal redelijk bij elkaar in de buurt lopen, aangezien we om dezelfde tijd weer vertrekken. Dat is niet zo erg, want we lopen vooral langs de weg. Vlak voor Piacenza is de weg zelfs helemaal dicht. We klimmen dus maar via de drukke autoweg over het hek. Hoe kun je nu zonder alternatief (we moeten hier de brug over) de weg dicht gooien!? Maar we komen zonder kleerscheuren aan de overkant van de brug. Hier gaan we de Via Emilia Parmese op, die we vandaag niet meer verlaten. Of in ieder geval niet echt. Het is nu 5 km langs deze drukke weg tot het centrum van Piacenza. Niet erg leuk dus. Zoals altijd is het inlopen van een grote stad niet het mooiste deel van de route. We lopen via een omweg het centrum in. Zoals altijd voel ik me helemaal niet op zijn plek in de grote stad met mijn rugzak en bezwete hoofd. In het centrum is geen herberg, en eigenlijk wil ik de stad zo snel mogelijk weer uit. Een beetje rondkijken met mijn rugzak op zie ik niet zitten. Ik loop dus snel door naar de volgende herberg net buiten de stad; Nog eens vijf kilometer over de Via Emilia. Aan het eind van de dag ben ik kapot.

Aan de ene kant vind ik het wel jammer de stad niet echt te hebben gezien, aan de andere kant staat mijn hoofd er niet naar. Doordat ik verder ben gelopen hoef ik morgen geen 32 km meer, wat ook fijn is. Mijn gevoel blijft dus een beetje dubbel. Bang dat ik wat moois gemist heb in de stad, maar ook blij dat ik de stad weer uit ben en morgen minder ver hoef. Ik ben nu in de herberg van Montale, een voorstadje van Piacenza. De Duitser, Belg en Fransen zijn hier ook. Ik heb met de Belg in het restaurant aan de overkant gegeten.

Ik heb mijn eigen kamer in de herberg. De herberg zelf ligt naast de kerk, of is de kerk, dat is me nog niet duidelijk. De kerkklok staat hier namelijk hemelsbreed nog geen tien meter van mijn hoofd af. Door het raam in het dak kun je hem zien. Geen wekker nodig dus voor morgenochtend. Ik denk dat ik rechtop in mijn bed zit als ze morgen gaat slaan!



Einde

Aan alles komt een eind. Zo ook aan jaren lopen naar Rome! En wat doe je dan op zo’n laatste dag in Rome. Nou, lopen! Niet echt natuurlijk, ...